Hoe wordt de werkzaamheid van homeopathische middelen eigenlijk getest?
Homeopathische middelen worden getest op mensen, niet op dieren. Dat is een enorme toegevoegde waarde. Mensen kunnen namelijk precies vertellen waar iets pijn doet of hoe het voelt. “Stekende pijn” of “kloppende pijn” zijn verschillende soorten pijn die in de homeopathie de selectie van het middel bepalen. En zit die pijn links of rechts? Dat komt heel precies. Een muis kan dat verschil niet vertellen. Van proeven op dieren kunnen we alleen maar zien wat er gebeurt, maar we weten niets over wat ze ervaren, hoe ze zich voelen. Voelen ze zich blij, depressief, boos, of dromen ze ergens over? Geen idee. Toch is dit wat mensen onderscheidt van andere dieren.
En dat is nou het mooie aan de homeopathische manier van testen, ook wel een “proving” genoemd (‘to prove’ = Engels voor ‘iets bewijzen’). Ik doe op dit moment mee met een wereldwijde proving. Deze wordt gecoördineerd vanuit India en hier doen wereldwijd heel veel homeopaten aan mee. De proving is 100% dubbelblind. Dat betekent dat niemand weet welk middel het is, zelfs de coördinator niet. Zo kan de uitkomst op geen enkele manier beïnvloed worden.
Voor ik het middel inneem moet ik een maand lang mijn dagelijks functioneren bijhouden. Elke dag ‘scan’ ik mijzelf: ik loop mijn hele lichaam langs, van oren, neus, hoofd tot alle organen, hoe ik me voel en waarneem, tot aan mijn tenen aan toe. Dit normaal functioneren van mijn lichaam wordt afgetrokken van de veranderende zaken tijdens de proving, dus die het homeopathische middel opwekken in mij.
Elke persoon die mee doet heet een “prover”. Deze provers worden begeleid door een mentor, die helpt om alle symptomen die ontstaan tijdens de proving in kaart te brengen. Ook de mentor weet niet welk middel getest wordt. Elke prover (N) is er één (N=1) en levert wetenschappelijk bewijsmateriaal van de werking van het middel op. Stel, wereldwijd zijn er 500 provers. Samen zijn zij N=500. Dat betekent dat het middel op 500 mensen getest is. Dat is een grote groep.
Na inname van het middel registreer ik nu al 2 maanden al mijn symptomen. Van de kleur van mijn snot, de geur van mijn ontlasting, tot mijn menstruatie; alles wat anders is dan normaal schrijf ik op. De coördinator ordent al deze informatie en legt ze naast die van alle andere provers. Zo komt er dan een homeopathisch beeld, een portret, van het geteste middel uit. Dit heet Materia Medica. Dat is waar de homeopaat mee werkt en herkent in jou als mens en als patiënt. De symptomen van de proving moeten overeenkomen met de klachten van de patiënt, zoals een linker en rechterhand. Passen die op elkaar, dan werkt het middel.
Over een tijdje hoor ik welk middel het is geweest. Ik ben heel benieuwd!
Vanja Wierenga
Vanja is homeopaat en docent en heeft een eigen praktijk in Groningen